Hester van 't Hek - Gooisch

Waar is de kameel?

Wie na de zomervakantie als eerste een zak pepernoten in de winkel vindt, wint bij ons thuis een prijs. Je krijgt een chocolademedaille om en wordt geridderd in de Orde van de Pepernoot. Met die traditie openen we altijd het feestseizoen. Het is jaren geleden ontstaan, omdat ik het geleuter om me heen, zowel op het schoolplein als op de clubjes, over die ‘levensgevaarlijke’ pepernoot spuugzat was. Dan liggen er in augustus pepernoten in de supermarkt: koop ze óf koop ze niet. Het gaat toch niet over wat er op tafel staat, maar wie er om de tafel zit?

Nog maar net bekomen van de strooigoedceremonie of de volgende speurtocht staat alweer op het program. Het lange wachten begint: wanneer komt ‘hij’ aan? En daar bedoel ik Sinterklaas of de Kerstman niet mee. We gaan namelijk op zoek naar een kameel. De kameel die elk jaar op zijn vertrouwde plekje, tussen de os en de ezel in, bij ons in het tuincentrum staat. Als klein meisje mocht ik daar elk jaar van mijn moeder een kerstbal uitzoeken. Nu loopt ze daar met zeven kleinkinderen door het dorp van de kerstman. Hoe bijzonder is dat.

Na ons uitje zet ik het liefst dezelfde dag nog onze enorme nepkerstboom op. O, nee toch? Een nepperd? En ook voordat Sinterklaas naar Spanje is vertrokken? Ja, want ik ben dol op ‘ordinaire’ flikkerende kleurlichtjes. Zo simpel kan het antwoord zijn. Daarbij vindt iedereen het prima om met een zonnebril op naast mijn kerstboom te zitten. De boom verdwijnt weer, de mensen blijven en dat is elke dag al een complete feestmaand op zich. Het wachten is dan alleen nog op het telefoontje van mijn zus. Ik hou veel van die vrouw. Ze is alleen wel bazig als het over de indeling van het kerstdiner gaat:

“Goed, lieverd. Kerst is dus bij mij. De rest is al ingelicht.”
“Waarom bij jou?”
“Daarom. Dit jaar mag jij weer iets voor erbij maken, is dat leuk?”
“Je bedoelt olijven in een gezellig schaaltje gooien?”
“Precies. Mag alles zijn wat je maar wil, denk groot. The sky is the limit.”
“Ik ga dit jaar zelfstandig een kalkoen maken. Dus kerst is bij mij.”
“Voor vijftien man? Een kalkoen? Dat kan je niet, hoor. Geeft niets. Ik neem wel wat blini’s en zalm mee. Ga alleen nu ophangen, want ik moet mama bellen. Even samen lachen om jouw kalkoen.”

Het mag duidelijk zijn dat ik dol op kerst ben en ik weet ook waarom. Het is het normale leven, alleen tijdelijk versierd met wat ballen en lichtjes. Wanneer mijn dag begint met een apart gesprek bij de oorbellenwinkel, moet ik daaraan denken. “We weten allemaal dat het leven om vier woorden draait”, zegt de vrouw die tegenover me staat. We kennen elkaar vaag, en we voeren een gesprek over ditjes en datjes. In gedachten tel ik de eerste woorden die bij me opkomen: Ik hou van jou. Volgens mij zijn dat er vier. Tevreden over het kraken van de levenscode, knik ik kort haar kant op.

“Wat vinden mensen ervan?”, zegt ze dan totaal onverwacht. Even weet ik niets te zeggen. Wat zegt ze nou? Is dit haar code? “Dat is toch zo? Bij elke beslissing die je neemt, moet je rekening houden met wat anderen ervan vinden. Aan jouw verbaasde gezicht te zien, vind jij dat niet?”

“Welnee, man! Daar gaat het leven echt niet over”, zeg ik, maar ik houd verder wijselijk mijn mond. Wie ben ik om iets van iemands levensvisie te vinden? Ook al voelt het voor mij als tijdverspilling in het kwadraat. Want wie regelt jouw leven, terwijl je bij de rest van de wereld naar goedkeuring zit te hengelen? Is toch ook super onpraktisch? Met name in de decembermaand! Wanneer heb je dan tijd om jouw eigen kameel te zoeken?

https://gooisch.nl/

Deel dit via social media:
Share
error: © www.hestervanthek.nl